Machineveiligheid
Functionele veiligheid voor machines en processen
Als onderdeel van Machinerichtlijn 2006/42/EG moeten alle fabrikanten het risico van hun producten beoordelen, zodat mensen die met de machine in aanraking komen, worden beschermd. De Machinerichtlijn is echter niet alleen van toepassing in de EU. Het wordt ook in andere landen op de Europese interne markt gebruikt. Lokale standaarden verwijzen vaak naar Europese veiligheidsnormen, die in de machinerichtlijn zijn opgenomen als geharmoniseerde normen.
Het risico van de machine moet tot een redelijk restniveau worden teruggebracht. Daartoe voert de fabrikant een risicobeoordeling in drie fasen uit. Het risico moet worden verkleind door ontwerpmaatregelen, door technische waarborgen toe te passen en door gebruikersinformatie zoals handleidingen te verstrekken.
Risico's classificeren in performance levels
Om te beoordelen welke technische beveiligingen geschikt zijn voor het betreffende risico, laten fabrikanten zich leiden door parameters die de waarschijnlijkheid aangeven dat veiligheidsgerelateerde componenten zullen falen. Deze parameters worden performance levels (PL) genoemd. Eerst bepaalt de fabrikant het vereiste performance level (PLr) van een veiligheidsfunctie. Na het ontwerpen van een veiligheidscontrole om deze functie te implementeren, bepaalt de fabrikant het werkelijke performance level. Aan het einde van het proces moeten PL en PLr hetzelfde zijn. Er zijn grofweg drie soorten veiligheidscontroles.
Conventionele veiligheidstechnologie met veiligheidsrelais is zeer bedradingsintensief in grote toepassingen, maar wordt over de hele wereld begrepen.
Drie concepten van machineveiligheid
Relais technologie
Conventionele veiligheidstechnologie maakt gebruik van veiligheidsrelais. De veiligheidslogica wordt in kaart gebracht met behulp van bedrade contacten. De relais zorgen er bijvoorbeeld voor dat een aandrijving niet kan worden gestart zolang er een veiligheidslichtscherm is aangesloten. Deze installaties zijn relatief goedkoop en kunnen overal ter wereld worden begrepen. Er wordt geen software gebruikt. In grotere en complexere veiligheidsinstallaties wordt de relaistechnologie echter verwarrend. Fouten opsporen en diagnosticeren is een zeer tijdrovend proces. Het is niet mogelijk om het systeem zelf te testen.
Centrale veiligheidsbedrading met veiligheidscontrollers
Vanaf een bepaald niveau van complexiteit wordt het voordeliger om veiligheidstoepassingen met veiligheidscontrollers te implementeren. In controllers of veiligheidsbesturingen kunnen programma's worden geschreven die - in eenvoudige bewoordingen - acties koppelen aan voorwaarden en Booleaanse operatoren (AND, OR, NOT, XOR). De bedrading voor deze toepassingen is eenvoudiger dan bij relaistechnologie, maar veiligheidssignalen moeten naar de centrale controller in de schakelkast worden geleid, wat kostbaar en tijdrovend is.
Het voordeel van de veiligheidscontrollers is dat veiligheidsprogramma's meerdere keren kunnen worden gekopieerd en gebruikt voor vergelijkbare machines. Verbeteringen aan veiligheidsfuncties zijn relatief eenvoudig. Daarnaast kunnen de veiligheidstoepassingen grafisch worden weergegeven via de HMI. Informatie en signalen kunnen dus worden overgedragen van de controller naar de PLC en van de PLC naar de controller.
Decentrale veiligheidsconcepten
Decentrale I/O modules kunnen de veiligheidstoepassingen autonoom aansturen voor testen. Later, tijdens bedrijf, kan een centrale veiligheidscontrole het overnemen.
Decentrale bedrading - centrale bediening
Veiligheidssignalen kunnen ook rechtstreeks in het veld worden verzameld via IP67 I/O modules en via een veiligheidsveldbus of een beveiligd Ethernet protocol naar een veiligheidscontrolesysteem worden gebracht. De veiligheidsfuncties worden dan centraal aangestuurd, wat kan betekenen dat bij het berekenen van de buscyclustijden en bij aaneengeschakelde berichten rekening moet worden gehouden met langere reactietijden. Deze vereisen op hun beurt grotere afstanden tussen de beschermende uitrusting en de bronnen van gevaar.
Decentrale bedrading - decentrale besturing
Veiligheids I/O modules van individuele fabrikanten kunnen de veiligheidsfuncties ook direct op de module in het veld regelen. Met deze consistent gedecentraliseerde veiligheidsoplossingen kunnen gebruikers mogelijke problemen als gevolg van lange cyclustijden vermijden. De inbedrijfstelling wordt ook eenvoudiger gemaakt doordat afzonderlijke machineonderdelen of modules offline kunnen worden getest.
Beide decentrale oplossingen bieden efficiënte bedrading met standaardconnectoren. De informatie die naar hogere controllers wordt gecommuniceerd, vergemakkelijkt de inbedrijfstelling en diagnose voor de applicaties.
- Technologieën
- Asset Monitoring Gateway met Cloud ID
- Asset Monitoring Gateway met SNAP ID
- Codesys
- Condition Monitoring
- Ethernet in explosiegevaarlijke omgevingen
- Field Logic Controller
- Industrial Cloud
- Industry 4.0
- IO-Link
- Machineveiligheid
- Modulaire Machines
- Module Type Package – MTP
- Multiprotocol Ethernet
- Pick-to-Light
- Profinet
- RFID
- Snap Signal
- Sustainability
- TAS – IIoT Service Platform
Select Country
Turck worldwide